Henk's Rijstvogel Pagina - Vogelwoordenboek
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Planten en dieren > Rijstvogels
Datum & Land: 13/05/2007, NL
Woorden: 83
Afstamming
Tweeledige term; wordt gebruikt voor herleiding naar de oervoorvader en voor herleiding naar voorouders van verschillend ras aan de oorsprong van het ras.
Baltstijd
Tijd voor het werven van een partner.
Bastaarden
De vermenging van twee verschillende rassen met elkaar.
Bevedering Conditie
De structuur van de bevedering zoals lang, kort, glad, gekruld,zijdeachtig .
Bontheid
Gemelaneerde vlekken op de bevedering of hoorndelen.
Cel
Eenheid van leven, bevattend de genetische informatie.
Chromosomen
Genenreeks waarvan de opbouw specifiek is voor de soort. Totaal 40 stuks.
Cloaca
Uitstulping aan het onderlichaam van de vogel, bevat naast de organen voor de afscheiding van de voedselresten en overtollig vocht eveneens de geslachtsorganen.
Crossing-Over
Is het van plaats verwisselen van gekoppelde factoren in het chromosomen paar.(Het breken en van plaats verwisselen van factoren).
Cultuurras
Een ras dat tot stand is gekomen door toepassing van selectieve, niet door een mutatie.
Diversiteit
Verschillend in onder meer de lichaamsbouw, het formaat en de bevedering conditie.
Dominant
Overheersend dominantie kan slechts worden vastgesteld als andere varianten van dezelfde factoren zich recessief tonen.
Erfelijk
Dit is het overdragen van zowel zichtbare als onzichtbare kenmerken van de ouders op de jongen.
Eumelanine
Staafvormige korrels van zwart tot donkerbruin.
Factor
(Of kleurbepalende factoren) zijn eigenschappen of kenmerken, die we terug vinden in het levend wezen en die weer erfelijk is.
Fenotype
De waarneembare verschijningsvorm, deze kan echter beïnvloed worden genotypisch typische, dus onderliggende eigenschappen.
Formaat
De maat die wordt bereikt door de onderdelen van de vogel bij elkaar op te tellen, Beperkt zich niet alleen tot de lengtemaat.
Fokken
Het vermeerderen van warmbloedige dieren, onder andere rijstvogels
Geslachtsgebonden
Met een sterke binding qua koppeling aan de geslachtsgebonden chromosomen die als X chromosoom aangeduid worden, Y chromosomen bevatten geen geslachtsgebonden factoren.
Genotype
De verzameling zichtbare en onzichtbare verervings mogelijkheden, bekend of onbekend.
Genen
Meervoud van GEN, fungeren als de dragers van erfelijke eigenschappen, vormen aaneengeregen een chromosoom.
Heterozygoot
Fok onzuiver.
Hoorndelen
Verzamelnaam voor snavel, pootjes, tenen en nagels.
Homozygoot
Fok zuiver.
Hypofyse
Hersenaanhangsel van geringe afmeting.
Ideaalformaat
Het formaat dat voldoet aan de gestelde eisen en dat de som is van uitsluitend ideale onderdelen.
Intermediair
De term die aangeeft dat producten uit een paring qua verschijningsvorm tussen beide ouders in liggen.
Jeugdrui
De eerste rui van een jonge vogel, deze rui is onvolledig omdat de pennen in vleugel en staart niet gewisseld worden.
Lethaal
Dodelijke werking van factoren die tweevoudig aanwezig zijn in een vogel (Niet levensvatbaar).
Lengte
Wordt gemeten vanaf de snaveltop tot het staarteinde.
Mutatie
Een volkomen onverwachte, niet eerder opgetreden afwijking van de norm vogel, die afwijking is erfelijk.
Onafhankelijk
Elke factor die geen binding heeft met geslachtschromosomen,onafhankelijk wordt ook wel eens "autosomaal" genoemd.
Phaeomelanine
Bolvormige korrels van bruin tot lichtbruin.
Pigment
Verzamelnaam voor de donkere kleurstoffen in de bevedering, en onderscheidt zich.
Ruikleed
Kleur en rangschikking van de veren buiten de baltstijd en broedtijd. in twee groepen; eumelanine en phaeomelanine.
Rui
Gedeeltelijk afvallen van het oude verenkleed, dat voortdurend 1 maal per jaar door nieuwe veren wordt vervangen.
Skelet
Verzamelnaam voor een compleet beendergestel.
Teugel
Gedeelte van de veren om de ogen.
Type
De som van formaat + lichaamsbouw + bevedering + houding + conditie.
Verschijningsvorm
Het zichtbare uiterlijke.
Vetstofkleur
Kleurstof in de bevedering, deze kleurstof onderscheidt zich van het pigment door de splitsbaarheid van de kleurstof in vet, pigment lost in vet niet op.Het ontbreken van pigment wordt waargenomen als wit.
Wetmatig
Het optreden van factoren in de door Mendel omschreven verhoudingen. Wetmatige factoren zijn voorspelbare factoren, de zekerheden.
Wervelkolom
De gehele verzameling wervels van hals, rug en staartbeen.
Afstamming
Tweeledige term; wordt gebruikt voor herleiding naar de oervoorvader en voor herleiding naar voorouders van verschillend ras aan de oorsprong van het ras.
Bastaarden
De vermenging van twee verschillende rassen met elkaar.
Baltstijd
Tijd voor het werven van een partner.
Bevedering Conditie
De structuur van de bevedering zoals lang, kort, glad, gekruld,zijdeachtig .
Bontheid
Gemelaneerde vlekken op de bevedering of hoorndelen.
Cel
Eenheid van leven, bevattend de genetische informatie.
Cloaca
Uitstulping aan het onderlichaam van de vogel, bevat naast de organen voor de afscheiding van de voedselresten en overtollig vocht eveneens de geslachtsorganen.
Crossing-Over
Is het van plaats verwisselen van gekoppelde factoren in het chromosomen paar.(Het breken en van plaats verwisselen van factoren).
Cultuurras
Een ras dat tot stand is gekomen door toepassing van selectieve, niet door een mutatie.
Diversiteit
Verschillend in onder meer de lichaamsbouw, het formaat en de bevedering conditie.
Dominant
Overheersend dominantie kan slechts worden vastgesteld als andere varianten van dezelfde factoren zich recessief tonen.
Erfelijk
Dit is het overdragen van zowel zichtbare als onzichtbare kenmerken van de ouders op de jongen.
Eumelanine
Staafvormige korrels van zwart tot donkerbruin.
Factor
(Of kleurbepalende factoren) zijn eigenschappen of kenmerken, die we terug vinden in het levend wezen en die weer erfelijk is.
Fenotype
De waarneembare verschijningsvorm, deze kan echter beïnvloed worden genotypisch typische, dus onderliggende eigenschappen.
Formaat
De maat die wordt bereikt door de onderdelen van de vogel bij elkaar op te tellen, Beperkt zich niet alleen tot de lengtemaat.
Fokken
Het vermeerderen van warmbloedige dieren, onder andere rijstvogels
Geslachtsgebonden
Met een sterke binding qua koppeling aan de geslachtsgebonden chromosomen die als X chromosoom aangeduid worden, Y chromosomen bevatten geen geslachtsgebonden factoren.
Genotype
De verzameling zichtbare en onzichtbare verervings mogelijkheden, bekend of onbekend.
Genen
Meervoud van GEN, fungeren als de dragers van erfelijke eigenschappen, vormen aaneengeregen een chromosoom.
Heterozygoot
Fok onzuiver.
Hoorndelen
Verzamelnaam voor snavel, pootjes, tenen en nagels.
Hypofyse
Hersenaanhangsel van geringe afmeting.
Ideaalformaat
Het formaat dat voldoet aan de gestelde eisen en dat de som is van uitsluitend ideale onderdelen.
Intermediair
De term die aangeeft dat producten uit een paring qua verschijningsvorm tussen beide ouders in liggen.
Jeugdrui
De eerste rui van een jonge vogel, deze rui is onvolledig omdat de pennen in vleugel en staart niet gewisseld worden.
Lethaal
Dodelijke werking van factoren die tweevoudig aanwezig zijn in een vogel (Niet levensvatbaar).
Lengte
Wordt gemeten vanaf de snaveltop tot het staarteinde.
Mutatie
Een volkomen onverwachte, niet eerder opgetreden afwijking van de norm vogel, die afwijking is erfelijk.
Onafhankelijk
Elke factor die geen binding heeft met geslachtschromosomen,onafhankelijk wordt ook wel eens "autosomaal" genoemd.
Phaeomelanine
Bolvormige korrels van bruin tot lichtbruin.
Ruikleed
Kleur en rangschikking van de veren buiten de baltstijd en broedtijd. in twee groepen; eumelanine en phaeomelanine.
Rui
Gedeeltelijk afvallen van het oude verenkleed, dat voortdurend 1 maal per jaar door nieuwe veren wordt vervangen.
Skelet
Verzamelnaam voor een compleet beendergestel.
Teugel
Gedeelte van de veren om de ogen.
Type
De som van formaat + lichaamsbouw + bevedering + houding + conditie.
Vetstofkleur
Kleurstof in de bevedering, deze kleurstof onderscheidt zich van het pigment door de splitsbaarheid van de kleurstof in vet, pigment lost in vet niet op.Het ontbreken van pigment wordt waargenomen als wit.
Verschijningsvorm
Het zichtbare uiterlijke.
Wetmatig
Het optreden van factoren in de door Mendel omschreven verhoudingen. Wetmatige factoren zijn voorspelbare factoren, de zekerheden.
Wervelkolom
De gehele verzameling wervels van hals, rug en staartbeen.