Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde > Jodenvervolging
Datum & Land: 28/02/2007, NL
Woorden: 179


abnahmeverzeichnisse
Abnahmeverzeichnisse geven de gezamenlijke waarde weer van de meubels en andere huisraad die achterbleef als een joods gezin gedeporteerd werd. Vaak werd er ook een inventarislijst gemaakt. Beide documenten werden opgesteld door medewerkers van de Hausraterfassungsstelle. Dit gebeurde in opdracht van de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg De inboedels werden vervolgens (deels) getransporteerd naar Duitsland.
De Inventarliste en Abnahmeverzeichnisse vormen een onderdeel van het Archief Einsatzstab Rosenberg. Dit archief berust bij het NIOD. Deels zijn deze documenten terug te vinden in de Jokos-dossiers.

afdeling iv b 4
Onderafdeling van het Reichssicherheitshauptamt in Berlijn, belast met de deportatie van joden naar de concentratiekampen. Ontwerper van het deportatieplan en tevens hoofd van het Berlijnse bureau was Adolf Eichmann. Het gelijknamige Nederlandse kantoor was als afdeling van de Sicherheitspolizei gevestigd in Den Haag en stond leiding van Willi Zöpf en zijn assistent Franz Fischer. In Amsterdam werd ter ondersteuning de Zentralstelle für jüdische Auswanderung ingesteld.

agoedat jisrael
Wereldwijde beweging van het orthodoxe jodendom, die vooral het behoud van religieuze normen nastreeft. Eén van uitgangspunten van de beweging is de gedachte dat het joodse volk geen nationale eenheid is, maar een religieuze gemeenschap. Een eigen joodse staat is daarom geen noodzakelijkheid. Met het steeds reëlere vooruitzicht van een joodse staat in het toenmalige Palestina trof uiteindelijk ook de Agoedat Jisrael in de jaren dertig voorbereidingen om haar leden te laten emigreren. In Nederland werd het hachsjara-centrum Haimer’s Esch opgericht.

alliance israélite universelle
Internationale joodse hulporganisatie. De Alliance Israélite Universelle, opgericht in 1860 in Parijs als eerste officiële, internationale joodse hulporganisatie, had als doel bedreigde joden waar ook ter wereld hulp te bieden en hun juridische en sociale positie te verbeteren.

andb
Vakbond van diamantbewerkers, opgericht in 1894. Zie verder het Thema Joodse diamantbewerkers.

antisemitisme
Jodenhaat, tot uiting komend in een vijandige houding ten aanzien van joden op basis van vooroordelen en stereotypen. De term antisemitisme is aan het einde van de 19e eeuw ontstaan toen de rassenleer opkwam en joden als ras beschouwd gingen worden. Deze rassenleer speelde een grote rol in de nazi-ideologie. Zie ook Neurenberger rassenwetten en www.cidi.nl/dossiers-an-an.html


apeldoornse bos
Joodse psychiatrische inrichting. Sinds 1909 werden joodse psychiatrische patiënten hier, volgens de modernste inzichten, behandeld in een bosrijke omgeving bij Apeldoorn. Het Apeldoornse Bos groeide snel, in 1938 had de inrichting 900 patiënten. Een speciale afdeling van het Apeldoornse Bos, het Paedagogium Achisomog, een internaat voor zwakzinnige en moeilijk opvoedbare kinderen, telde dat jaar 74 patiënten.
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd het Apeldoornse Bos `leeggehaald`. Onder leiding van Aus der Fünten werd het Apeldoornse Bos doorzocht, weerloze patiënten werden geslagen en mishandeld, in vrachtwagens en later in veewagons geladen. De trein met patiënten en verpleegkundigen reed direct door naar Auschwitz, waar bijna iedereen onmiddellijk na aankomst werd vergast.

ariërverklaring
Niet-jood verklaring. Vóór 26 oktober 1940 moesten alle ambtenaren zo`n verklaring tekenen. Wie één of meer joodse grootouders had (dat wil zeggen een grootouder die tot de joodse gemeente had behoord) werd als jood beschouwd en moest formulier B (niet-arisch) insturen. Niet joden moesten formulier A (arisch) insturen.

ariër
Term die de nazi’s gebruikten om mensen aan te duiden van het zogenaamd superieure Germaanse ras. Het woord ‘Ariër’ komt oorspronkelijk uit India en betekent ‘nobele’ of ‘edele’. Volgens de nazi’s vormden Germanen een apart ras, met excellente fysiologische kenmerken, dat superieur was aan alle andere volken. Onderscheidende criteria zijn opgesteld in de Neurenberger rassenwetten.

arbeitseinsatz
Gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Het tekort aan arbeidskrachten dat in Duitsland was ontstaan doordat veel Duitse mannen waren opgeroepen voor het leger werd opgelost door onder dwang arbeiders uit omringende landen te halen. Tussen 1940 en 1944 zijn zo`n 387.000 Nederlandse mannen in Duitsland te werk gesteld, vaak in de oorlogsindustrie. Ook in Nederland zelf werden mannen gedongen te werk gesteld. In de laatste jaren van de bezetting werden de mannen door middel van razzia`s en klopjachten opgespeurd. In 1942 werd de Arbeitseinsatz gebruikt als argument om de Nederlandse joden naar Duitsland te transporteren. Daar zouden zij moeten werken in speciale, `onder politie toezicht staande`; werkkampen. Voor de meeste gedeporteerde joden was Arbeitseinsatz echter geheel niet van toepassing, zij werden direct naar vernietigingskampen vervoerd. Voor hen gold: `Vernichtung durch Arbeit`.

ausweis
Identificatiebewijs, meestal wordt hiermee het persoonsbewijs bedoeld. Het persoonsbewijs moest iedereen vanaf 1941 ter identificatie bij zich dragen. Hierin stond ondermeer aangegeven of iemand joods was.

aussenkommando
Werkkamp in de nabijheid van een concentratiekamp waar gevangenen onder dwang te werk werden gesteld. Rondom concentratiekampen bevonden zich vaak tientallen werkkampen waar de gevangenen in de landbouw, techniek, chemie of mijnbouw moesten werken. De omstandigheden waren vaak zo slecht dat de gevangenen zich letterlijk doodwerkten.

auschwitz
Duitse naam voor de Zuid-Poolse plaats Oswiecim waar een concentratiekamp was gevestigd. Aanvankelijk was het kamp, dat in 1940 gebouwd is, bedoeld voor Poolse politieke gevangenen. Later werden er politieke gevangenen uit verschillende landen naar het kamp gedeporteerd. Zij stierven door uitputting, honger, besmettelijke ziektes, te zwaar werk of werden direct na aankomst doodgeschoten.
Eind maart 1941 werd op enkele kilometers van Auschwitz het vernietigingskamp Birkenau gebouwd. Vanaf 1942 werd Auschwitz-Birkenau het grootste concentratie- en vernietigingskamp voor joden in Europa. Mannen, vrouwen en kinderen werden na aankomst meteen vergast of langzaam ter dood gebracht door onmenselijk zwaar werk, te weinig eten en martelingen. Naar schatting 1,5 miljoen joden zijn omgebracht in Auschwitz-Birkenau.
Zie voor meer informatie over Auschwitz:
http://http://www.auschwitz-muzeum.oswiecim.pl-html-eng-start-index.php (engels)

aus der fünten
Ferdinand Hugo Ausder Fünten was hoofd van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung.

baäl koree
Degene die tijdens de synagogedienst een gedeelte uit de Tora voorleest.

barneveldgroep
Groep prominente joden die door de Duitsers waren vrijgesteld van Arbeitseinsatz en deportatie. De Duitsers selecteerden deze mensen op basis van lijsten die werden opgesteld door K.J. Frederiks, de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en professor C. van Dam de secretaris-generaal van Onderwijs. Zij werden ondergebracht in een kasteel en villa in de buurt van Barneveld In augustus 1943 bestond deze groep uit 640 mensen. In september kwamen de Duitsers de Barnevelders toch halen voor transport naar Westerbork. Een aantal van hen wist te ontsnappen. In Westerbork behielden de Barnevelders hun speciale status. De meeste leden van de groep werden op transport gesteld naar Theresiënstadt. De meeste Barnevelders overleefden de oorlog.

bar mitswa
Ceremonie ter viering en bekrachtiging van de religieuze meerderjarigheid van een joodse jongen. Vanaf zijn 13e levensjaar moet een jongen aan de godsdienstige plichten voldoen en telt hij mee als volwaardig lid van de joodse gemeente. De bar mitswa (zoon van het gebod) leest tijdens een feestelijke synagogendienst voor uit de Tora. Een meisje wordt bat mitswa (dochter van het gebod) op haar 12e verjaardag.

begraafboeken
Voor het maken van het Digitaal Monument is gebruik gemaakt van de volgende begraafboeken-bestanden:

Sterfregister Nederlands Israëlitische Gemeente Rotterdam (Gemeentearchief Rotterdam, Archief Nederlands Israëlitische Gemeente Rotterdam)

Lijst van personen waarvoor een gedenksteen is geplaats op de joodse begraafplaats Moscowa te Arnhem of (Website van Rob Mayer en Nechamah Mayer-Hirsch ) In een klein aantal gevallen zijn mensen daadwerkelijk daar begraven in de periode mei 1940- mei 1945

Sterfregister van de Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem (Archiefdienst Kennemerland, archief Nederlands Israëlitische Gemeente Haarlem, een index op het begrafenisregister is gemaakt door J. Kesnar en gepubliceerd door de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie.)

Sterfegister Nederlands Israëlitische Gemeente Gouda (Streekarchief Hollands Midden, Bestand `Joodse families in Gouda 1750-1950` ).

Sterfregister joodse begraafplaats Katwijk. (W.F. van Zegsveld, De Joden van Leiden (Capelle aan de IJssel,1988-1993) deel 3.)

Databestand van joden overleden in Friesland en begraven op een joodse begraafplaats in de periode 1940-1945. (Tresoar. Bestand gebaseerd op gegevens van C. Caran en van J. Brilleman en H. Beem.)

bergen-belsen
Een concentratiekamp nabij Hannover. Een deel van het kamp was bestemd voor joden die in aanmerking kwamen voor uitwisseling tegen gevangen genomen Duitsers aan geallieerde zijde. In aanmerking kwamen prominenten en joden met een paspoort van een land buiten het Duitse Rijk. Het merendeel van hen was afkomstig uit Nederland, waaronder enkele Palestina-pioniers.
Voor meer informatie over concentratiekamp Bergen-Belsen zie: http://www.bergenbelsen.de

berg-stichting
De Berg-stichting is in 1909 opgericht als opvanghuis voor joodse kinderen waarvan de ouders uit de ouderlijke macht waren ontzet of overleden waren. De vermogende mode-ontwerper Albert (Sally) Berg doneerde hiervoor een terrein met onderkomens in Laren. Het complex bezat een eigen synagoge. In 1940 waren 106 jongens en meisjes tussen 4 en 21 jaar ondergebracht bij de Berg-stichting. Begin 1943 is de stichting in haar geheel overgebracht naar het Rapenburg 92-96 in Amsterdam. De niet joodse directeur Reitsema heeft zijn pupillen en personeel zo veel mogelijk trachten te beschermen. Door middel van onderduik of niet-joodverklaringen (zie: Calmeyer) hebben zo’n 70 inwonenden de oorlog overleefd.

binnenlandse strijdkrachten
Samenwerkingsverband van alle nationaal opererende, gewapende verzetsgroepen. Alle bestaande gewapende verzetsgroepen werden in augustus 1944, toen het zuiden van Nederland al bevrijd was, door de regering in Londen in een verband samengevoegd en Binnenlandse (militaire) Strijdkrachten genoemd.

bonkaarten
Bonnen die mensen recht gaven op voedsel, brandstof, kleding en andere schaarse goederen. Via dit bonnensysteem konden deze goederen op systematische wijze worden gedistribueerd.

boek der tranen
Fotoboek ter herinnering aan de weggevoerde joodse werknemers van de textielfabriek Hollandia-Kattenburg.

buchenwald
Een van de grootste concentratiekampen in Duitsland. Vanaf 1937 werden in dit kamp in Weimar Duitsers geïnterneerd en te werk gesteld, die politiek actief waren tegen het nazi-regime. Ook Jehova’s getuigen, homoseksuelen en criminelen kwamen in dit kamp terecht. Later kwamen daar ook joden, Roma en Sinti uit de door Duitsland bezette landen bij.

burgerlijk bestuur
Bestuursvorm waarbij het hoogste gezag door een Duits ‘burgerlijk’ bewind werd gevormd in plaats van militair bewind. Het vooroorlogse Nederlandse bestuursapparaat bleef in stand en kwam onder dit burgerlijke Duitse bewind te staan. Nadat koningin Wilhelmina en de Nederlandse regering naar Engeland waren gevlucht viel het landsbestuur onder de leiding van de secretarissen-generaal, de hoogste ambtenaren op de ministeries. Toen de bezetting een feit was werd Reichskommissar Arthur Seyss-Inquart aangesteld als vertegenwoordiger van Hitler. Hij oefende alle bestuursfuncties uit die volgens de grondwet aan het staatshoofd en de regering toevielen. Het bestuursapparaat bleef in takt, slechts enkele zittende top-ambtenaren zijn vervangen door Duitsgezinde ambtenaren. Daarnaast werden er meer dan driehonderd burgemeesters vervangen en functionarissen die andere vitale functies vervulden zoals politiechefs en procureurs-generaal.
In andere bezette landen werd het hoogste bewind door militairen gevormd.

calmeyer-lijst
Lijst, opgesteld door Calmeyer, van mensen die bewezen hadden niet of slechts ten dele van joodse afkomst te zijn.

calmeyer
Dr Hans Calmeyer was een duitse jurist die tijdens de bezetting werkzaam was binnen het bezettingsbestuur. Als het hoofd van Abteilung Innere Verwaltung (Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz) werd Hans Calmeyer betrokken bij de jodenvervolging. De verplichte aanmelding van iedereen van ‘van joodsche bloede’ werd door hem gecoördineerd. Ook besliste hij in gevallen waarin getwijfeld werd over de (joodse) afstamming en – in het verlengde daarvan - de wijze van registratie. Nogal wat als joods geregistreerde personen hebben getracht de vervolging te ontkomen door de juistheid van de registratiewijze te betwisten. Zij dienden bij Calmeyer een verzoekschrift in tot wijziging daarvan. Calmeyer willigde verzoeken in, ook als deze op valse documenten waren gebaseerd, maar heeft ook een flink aantal verzoeken afgewezen.

choepa
Joodse huwelijksplechtigheid.

chazan
Voorzanger in de synagoge.

chanoeka
Feest ter herdenking van de inwijding van de tweede tempel in Jeruzalem. Het feest duurt acht dagen. De eerste dag wordt er één kaarsje gebrand, de tweede dag twee tot er op de achte dag acht kaarsjes branden. De kandelaar met acht kaarsjes wordt chanoekia genoemd.

comité van waakzaamheid
Actiegroep van intellectuelen en kunstenaars die in de jaren dertig waarschuwde tegen de gevaren van nationaal-socialisme en antisemitisme.

concentratiekamp
Kampen waar de Duitse politie mensen zonder proces gevangen konden houden. Groepen die door de nazi’s in de kampen werden opgesloten waren onder meer joden, Roma en Sinti (zigeuners), homo’s, communisten, politieke tegenstanders en krijgsgevangenen. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen doorvoerkampen (waar de gevangenen tijdelijk verbleven in afwachting van verdere deportatie), werkkampen (waar gevangenen (dwang)arbeid moesten verrichten), krijgsgevangenkampen (voor gevangen genomen geallieerde militairen) en strafkampen (waar een zeer streng regime heerste en waar doorgaans martelingen plaatsvonden). Een bijzondere categorie vormden de vernietigingskampen waar op systematisch wijze en in grote aantallen mensen werden vermoord.

cpn
Communistische Partij van Nederland. Tijdens de oorlog werd vanuit deze partij veel verzet georganiseerd.

crèche
In 1942 werd de crèche aan de Plantage Middenlaan gelegen in gebruik genomen als dependance van de Hollandse Schouwburg. Joodse kinderen werden vanuit de schouwburg naar de crèche gebracht. De directrice van de crèche, Henriëtte Pimentel, en de opzichter van de Schouwburg, Walter Süskind, hadden contacten met het verzet. Op verschillende manieren werden kinderen uit de crèche gesmokkeld. Via een goed georganiseerd verzetsnetwerk zijn zij bij pleeggezinnen in heel Nederland ondergebracht. Schattingen over het aantal geredde kinderen lopen uiteen van 400 tot 1100.

dageraad
Arbeiderscoöperatie op socialistische grondslag, in 1901 in Amsterdam opgericht door o.a. Henri Polak. In eerste instantie was het een gebruikerscoöperatie die kruidenierswinkels, bakkerijen en een kleermakerij exploiteerde. Sinds het bestaan van de Woningwet (1901) konden dergelijke verenigingen overheidssubsidies aanvragen voor de bouw van arbeiderswoningen. Veel joden waren lid van De Dageraad.

dachau
Eén van de eerste concentratiekampen in Duitsland, gelegen bij München. Dachau was het voorbeeld waar andere concentratiekampen naar zijn gemodelleerd. Het kamp is in 1933 in gebruik genomen om politieke gevangenen op te sluiten. Op het terrein was ook een opleidingsschool van de SS gevestigd, waarbij ‘geoefend’ kon worden op gevangenen.
Sinds de Kristallnacht zijn tienduizenden joden in Dachau opgesloten geweest. Een groot aantal gevangenen is in de Aussenkomando’s rondom Dachau gedwongen te werk gesteld in de oorlogsindustrie.
Voor meer informatie over concentratiekamp Dachau zie: http://www.dachau.nl

eichmann
Adolf Eichmann was hoofd van de afdeling IV B 4 van het Reichssicherheitshauptamt. Deze dienst was verantwoordelijk voor de anti-joodse maatregelen (waaronder de deportaties) in alle door Duitsland bezette gebieden.

einsatzstab reichsleiter rosenberg
Instelling die joodse huisraad uit Nederland, België en Frankrijk naar Oost-Europa moest brengen voor het daar ingestelde Duitse bestuursapparaat. Alfred Rosenberg was de vertegenwoordiger van Hitler in de bezette gebieden in Oost-Europa. Zijn dienst was opgezet om alle bezit van de ‘vijanden van het nationaal-socialisme’ waaronder joodse organisaties, de vrijmetselarij en anderen in beslag te nemen. Het ging er daarbij vooral om kunst en andere cultuurgoederen (waaronder archieven en bibliotheken) te roven en naar Duitsland te vervoeren.
De huisraad van joden zou op initiatief van Rosenberg worden gebruikt om kantoren en huizen van Duitse ambtenaren in te richten. In Nederland werden joodse huizen leeggehaald (dit leeghalen werd ook wel pulsen genoemd) onder supervisie van de Hausraterfassungsstelle. Het grootste deel van het gestolen meubilair ging uiteindelijk niet naar Oost-Europa, maar kwam terecht bij vertrouwelingen van Rosenberg in het Ruhrgebied.

Het archief van de Einsatzstab bevindt zich in de collecties van hetNIOD.

emancipatie
Gelijkberechtiging van joden. Als uitvloeisel van de Franse Revolutie hebben joden in grote delen van Europa gelijke (burger)rechten gekregen. In Nederland gebeurde dat in 1796. Formeel waren joden vanaf dat moment gelijkgesteld aan niet-joden. In de praktijk zou het nog lang duren voordat het onderscheid tussen joden en niet-joden op maatschappelijk niveau enigszins zou verdwijnen.

engelandvaarder
Iemand die tijdens de oorlog naar Engeland vluchtte of probeerde te vluchten.

endlösung
Definitieve verwijdering van joden uit de maatschappij en hun systematische eliminatie door genocide. Tot de Endlösung werd besloten tijdens de Wannseeconferentie. De term is bedacht door Adolf Eichmann.

erelijst
De Erelijst van Gevallenen in de Tweede Wereldoorlog bevat de persoonsgegevens van ca. 18.000 Nederlanders die in de oorlog zijn omgekomen in het verzet, de koopvaardij, de landmacht, de marine of in Nederlands-Indië. De originele Erelijst ligt in de Tweede Kamer, op het Binnenhof in Den Haag. Op het NIOD worden de formulieren van de Erelijst bewaard waarop meer bijzondere gegevens kunnen staan. Op basis van deze formulieren heeft de heer de Leeuw een database van verzetsstrijders en koopvaardijslachtoffers gemaakt.

expositur
Onderdeel van de Joodse Raad dat diende als verbindinskantoor tussen de Raad en de Zentralstelle für jüdische Auswanderung.

februaristaking
Algemene werkstaking, op 25 februari 1941 in Amsterdam uitgebroken als reactie op de eerste grote razzia. Bij deze razzia zijn honderden joden naar Mauthausen gedeporteerd.
’s Ochtends vroeg bleven de trams in de remise, waardoor vele arbeiders niet naar hun werk konden. Winkels, kantoren en bedrijven bleven dicht als protest tegen het brute antisemitisme van de bezetter. De staking kreeg gevolg in andere steden, waaronder Haarlem, Hilversum, Utrecht, en de Zaanstreek. In de loop van de dag organiseerde de bezetter maatregelen om de opstand neer te slaan. Hierbij vielen negen doden en enkele tientallen gewonden. In de dagen die volgden zijn 300 communisten, die de staking hadden georganiseerd, opgepakt. Achttien personen zijn als represaille geëxecuteerd. De Februaristaking is in heel bezet Europa het enige massale en openlijke protest tegen de jodenvervolging geweest. De afstraffing die de bezetter als antwoord gaf heeft veel angst gezaaid. Een vervolg heeft de staking dan ook niet gekregen.
Zie verder het Thema Jodenvervolging en http://www.februaristaking.nl/gesch.html

fort de bilt
Fort De Bilt werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikt als executieplaats. Hier zijn 140 mensen, voornamelijk uit het verzet, doodgeschoten. Direct na de Tweede Wereldoorlog werd het Fort enkele jaren gevangenkamp voor NSB-ers en collaborateurs. Fort De Bilt is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en één van de vijf forten van de gemeente Utrecht.
Tegenwoordig is in het Fort het centrum voor vredeseductaie gevestigd, zie: http://www.vredeseducatie.nl

gedenkboeken
Bij het aanvullen van de basisgegevens van het Digitaal Monument is gebruik gemaakt van de data uit de volgende gedenkboeken:
Kaddisj. Ter nagedachtenis van de joodse Rotterdamse burgers 1940-1945. Met een inleiding door A.W. Oosthoek (Rotterdam: Gemeentearchief Rotterdam-Uitgeversmaatschappij Ad. Donker bv, 2000).
Yigael Benjamin, They were our friends. A memorial for the members of the Hachsharot and the Hehalutz underground in Holland murdered in the holocaust (Jerusalem 1990).
I.B. van Creveld, Het wezen van wezen. Joodse wezen in Den Haag 1850-1943; een monument (Den Haag 2001)
Leonard Kasteleyn, Joden in Leiden en omgeving 1933-1945 (Leiden 2003).
R.P.M. Rhoen, Zij zochten adullam in Zeist. Overzicht van de joodse inwoners van de gemeente Zeist, 1940-1945 (Zeist 1996).
Voor het maken van biografische aantekeningen is gebruik gemaakt van een groot aantal verschillende publicaties dat steeds bij de betreffende biografie worden genoemd.

gemeentelijsten
Lijsten van - volgens de nazi-definitie - joodse inwoners in Nederlandse gemeenten. Deze lijsten werden vervaardigd door de gemeenten in navolging van verordening 6, op 10 januari 1941 door Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart afgekondigd. Mensen moesten zichzelf met behulp van een aanmeldingsformulier registreren. De volgende gegevens moesten worden ingevuld: naam en voornamen, geboortedatum en geboorteplaats, adres, laatste woonplaats in het Groot-Duitse Rijk, nationaliteit, kerkelijke gezindte,
beroep en burgerlijke staat. Tenslotte moesten gegevens verstrekt worden op basis waarvan mensen werden geclassificeerd tot vol- half- of kwart-jood, te weten: lidmaatschap van een joods-kerkelijke gemeente; huwelijk met een jood en het aantal joodse grootouders.
In februari 1942 moesten de gemeentebesturen van Noord-Holland en Zeeland opnieuw lijsten van joden samenstellen (vermoedelijk in verband met de gedwongen verhuizing van joden naar Amsterdam). Een zelfde opdracht kregen de gemeentebesturen van Zuid-Holland in mei 1942 en de overige provincies in juni 1942. Niet van alle gemeenten zijn de lijsten bewaard gebleven. De meeste lijsten liggen op het NIOD waar ze onderdeel zijn van het archief van de Zentralstelle für Jüdische Auswanderung.

gestapo
De GEheime STAatsPOlizei was verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid en indirect voor de concentratiekampen. Dit gold voor zowel het Duitse Rijk als de bezette gebieden. De Gestapo was een onderdeel van de Reichssicherheitshauptamt. In Amsterdam had de Gestapo zijn hoofdkantoor in de Euterpestraat waar ook de SD en de Sipo gevestigd waren. De Gestapo werd gevreesd voor de toegepaste martelpraktijken. Bij de uitvoering van de jodenvervolging heeft de Gestapo een belangrijke rol gespeeld.

gemmeker
Albert Konrad Gemmeker was kampcommandant van kamp Westerbork. Door zijn statige en vriendelijke voorkomen wordt hij wel de ‘Duitse gentleman’ genoemd. Hij was verantwoordelijk voor de wekelijkse samenstelling van de deportatielijsten en stimuleerde gelijktijdig het vermaak in het kamp door middel van sport en variété.

grüne polizei
Duitse ordepolitie, genoemd naar de groene uniformen die zij droegen.

hachsjara
Voorbereiding op migratie naar het toenmalige Palestina.Vanuit de ideologie van het zionisme bereidden joodse jongeren zich voor op het bewoonbaar maken van het nieuwe land. De zogenaamde Palestina-pioniers kregen een gedegen opleiding voordat zij konden emigreren naar het Britse mandaatgebied Palestina. Verspreid over Nederland bestonden verschillende opleidingscentra. De centra voor jongeren tot 18 jaar vielen onder de Jeugd-alijah. Voor de wat oudere jongeren zijn hachsjara-centra opgericht op uiteenlopende ideologische grondslag. De verschillende centra werden in de jaren ’40 gecoördineerd door de Joodse Centrale voor Beroepsopleiding.

hagada
Het verhaal van de uittocht uit Egypte dat tijdens Pesach wordt gelezen. Hagada betekent letterlijk ‘vertelling’.

hausraterfassungsstelle
Afdeling van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung. Deze afdeling was belast met de registratie van eigendommen die achterbleven in woningen van joden nadat de bewoners waren opgepakt en gedeporteerd, onder dwang verhuisd of ondergedoken.

halacha
De joodse religieuze wet. De halacha is gebaseerd op het normatieve deel van de Tora en de mondelinge toelichting daarop. De halacha vormt een reeks leefregels die betrekking heeft op alle aspecten van het leven: het persoonlijk leven, het maatschappelijk leven en de manier waarop religieuze verplichtingen moeten worden voldaan.

heydrich
Reinhard Heydrich was een SS-topfunctionaris. Hij was hoofd van het Reichssicherheitshauptamt, en speelde een hoofdrol in de planning en uitvoering van de Endlösung. Naast hoofd van het RSHA was Heydrich ook leider van de SiPo en de SD. Heydrich kreeg in 1941 de opdracht de totale vernietiging van het Europese jodendom voor te bereiden. Begin 1942 organiseerde hij daartoe de Wannseeconferentie. Heydrich is door Tsjechische verzetsstrijders geliquideerd.

het joodsche weekblad
Het officiële medium van de Joodse Raad. Met ingang van 26 oktober 1941 werden alle joodse tijdschriften verboden, met uitzondering van Het Joodsche Weekblad. Hoofdredacteur was A.J. Herzberg. Naast artikelen over maatschappelijke en religieuze aangelegenheden werden in het blad ook Duitse verordeningen inzake joden en joodse aangelegeneheden geplaatst. Alles wat in het blad verscheen werd vooraf door Duitse autoriteiten gecontroleerd en gecensureerd. In september 1943 was het lezerspubliek verdwenen en hield het blad op te bestaan.

himmler
Heinrich Himmler was hoofd van de SS en van alle daaronder vallende politie- en spionage-eenheden en concentratie- en vernietigingskampen. Daarmee was Himmler verantwoordelijk voor de uitvoering van de nazi-ideologie ten aan zien van rassenzuivering. Eind 1941 viel de beslissing over te gaan tot de Endlösung. Himmler liet de uitvoering daarvan over aan Reinhard Heydrich. Himmler was een van de belangrijkste adviseurs van Hitler.

hitler
Adolf Hitler was oprichter en leider van de NSDAP, partijleider en staatshoofd van Nazi-Duitsland en opperbevelhebber van het leger van 1933 tot en met april 1945. In 1920 werd de NSDAP opgericht, een politieke partij die de nazi-ideologie propageerde. Kort na de oprichting werd Hitler gekozen tot partijleider. De partij werd terzijde gestaan door een militante knokploeg, de SA.Na een mislukte machtsgreep in München kwam Hitler in de gevangenis terecht waar hij het boek ‘Mein Kampf’ schreef. Daarin maakte hij onder meer zijn racistische toekomstbeeld kenbaar. Na zijn vrijlating besloot Hitler met zijn partij de electorale weg naar de macht te volgen. De SA en de SS waren daarbij belangrijke machtsinstrumenten. Binnen enkele jaren groeide de NSDAP uit tot de grootste partij van Duitsland. Hitler werd in 1933 benoemd tot Kanselier, waarmee hij de machtigste man van het land was geworden. Door het bestaande politieke systeem af te schaffen en de grondwet buiten werking te stellen, werd hij alleenheerser met het nazisme als staatsideologie.

hollandia-kattenburg
Confectiefabriek waar voor de oorlog veel joods personeel werkte. In 1911 richtte de familie Kattenburg, een joodse familie die oorspronkelijk uit de Elzas afkomstig was en al lang in de kledingsector werkzaam was, de confectiefabriek Hollandia-Kattenburg op. In 1917 werd deze fabriek in Amsterdam-Noord gevestigd. Een van de specialiteiten van Hollandia-Kattenburg was waterdichte regenkleding.


hollandse schouwburg
Schouwburg in de Amsterdamse Plantagebuurt van waaruit joden uit Amsterdam en omgeving zijn weggevoerd. Het theater was in 1941 onder de naam Joodse Schouwburg één van de weinige plekken waar joodse artiesten mochten optreden en waar joden als publiek mochten vertoeven. Alle andere uitgaansgelegenheden waren voor joden verboden.
Vanaf oktober 1942 werd de Schouwburg, die geassocieerd werd met ontspanning en vermaak, bestemd tot verzamelplaats van Amsterdamse joden. Na ontvangst van een oproep voor Arbeitseinsatz moest men zich daar melden. Het gebeurde ook dat bij razzia’s grote groepen joden bij de Schouwburg werden afgeleverd.


holocaust
Het systematisch uitroeien van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het woord is in de jaren ’40 ontstaan als afgeleide van het Griekse ‘holokauston’, dat ‘brandoffer’ of ‘algehele verbranding’ betekent. Tegenwoordig gebruikt men liever het Hebreeuwse woord sjoa.

inboedellijst
Lijst van meubels en andere huisraad die achterbleef als een joods gezin hun huis moest verlaten. Dit kon zijn omdat ze gewdongen waren te verhuizen, met achterlating van de inboedel, omdat ze in onderduik gingen of omdat ze werden gedeporteerd . De inboedellijsten geven een opsomming van de inventaris, ingedeeld naar vertrek. Deze lijsten werden opgesteld door medewerkers van de Hausraterfassungsstelle. Dit gebeurde in opdracht van de Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg. De inboedels werden vervolgens (deels) getransporteerd naar Duitsland.

inventarliste
Zie inboedellijst.

in memoriam
Boek met de namen van 101.414 joodse oorlogsslachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog uit Nederland werden gedeporteerd en van wie geen graf bekend is. De gegevens zijn ontleend aan de gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting. Voor het verzamelen van de personalia werden gegevens van het Nederlandse Rode Kruis, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie en de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken gebruikt. Het bestand geeft achternaam, voornaam, geboortedag, -maand, -jaar en plaats en sterfdag, -maand, -jaar en plaats.
De titel van het boek is: In Memoriam (Den Haag: Sdu Uitgeverij 1995, tweede druk, inclusief twee addenda).

jaartijddag
Jaarlijkse herdenking van een overleden familielid op de sterfdatum volgens de joodse kalender.

jcc lijsten
Lijsten met gegevens van overlevende joden die in de periode 1944-45 werden geregistreed door het Centraal Registratiebureau voor Joden. Dit registratiebureau was in eerste aanleg gehuistvest in Eindhoven, en verhuisde kort na de bevrijding naar Amsterdam. Het Registratiebureau was een onderderafdeling van de Joodse Coördinatie Commissie. De lijsten geven (overigens zijn niet bij iedereen alle gegevens ingevuld) achternaam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, nieuw adres, oud adres. De lijsten zijn gedrukt en lagen in 1944-1945 op verschillende punten in Nederland ter inzage. De officiële titel van de lijsten is: Centraal Registratiebureau voor Joden, Alphabetische lijst van zich in Nederland bevindende joden, lijst A1 en supplement A1 tot en met A 9. Eindhoven en Amsterdam

jesjivot
Meervoud van jesjiva.

jesjiva
Godsdienstschool voor hoger onderwijs waar vooral de Talmoed wordt bestudeerd.

jeugd-alijah
Organisatie die zich bezighoudt met de voorbereiding van jongeren tot 18 jaar op emigratie naar Palestina. De ‘Jeugd-alijah’ is de benaming van een onderdeel van de hachsjara voor jongeren. Het woord ‘alijah’ betekent in deze context de emigratie naar Palestina, het huidige Israël. De voorbereiding bestond uit een opleiding waarbij onder meer agrarische vaardigheden werden aangeleerd. De Jeugd-alijah werd in de jaren ’40 gecoördineerd door de Joodse Centrale voor Beroepsopleiding.

joodse raad
Op bevel van de Duitse bezetter opgezette joodse organisatie die de joodse gemeenschap moest besturen. Via de Joodse Raad, die op 12 februari 1941 werd opgericht als Joodse Raad voor Amsterdam maar al snel de bevoegdheid kreeg over heel Nederland, gaf de bezetter bevelen door aan de joodse gemeenschap en haar leiders. De Joodse Raad werd zo het doorgeefluik van de anti-joodse maatregelen. Zie verder het thema Jodenvervolging.
Het archief van de Joodse Raad behoort tot de collecties van het NIOD.

jodenster
Gele Davidster met de letter ‘J’ die joden zichtbaar op hun kleding moesten dragen. Op 29 april 1942 werd het dragen van de ster voor alle joden, vanaf zes jarige leeftijd, verplicht gesteld. De ster zorgde voor een absolute stigmatisering en uitsluiting van joden. Geen gehoor geven aan de verordening was bijzonder riskant door de nauwkeurige persoonsregistratie en de verplichting tot het dragen van een identiteitsbewijs, waarin voor joden een ‘J’ was geplaatst. Als joden werden betrapt zonder de ster konden zij onmiddellijk als ‘strafgeval’ op transport worden gesteld.

jokos-dossier
Dossier opgebouwd rondom claims die na de oorlog bij de Bondsrepubliek Duitsland werden ingediend voor tijdens de oorlog geroofde inboedels. De roof van deze inboedels werd aangeduid als M-Aktion (Möbel-Aktion), vandaar dat deze claims worden aangeduid als Möbel-claims of M-Claims. In de dossiers zitten verschillende documenten, waaronder aanvraagformulieren, berekeningsformulieren, verklaringen van erfrecht en in een aantal gevallen een Abnahmeverzeichnis of Inventarislijst.
De Stichting Jokos was een samenwerkingsverband van een aantal joodse organisaties (Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Nederlands-Israëlietisch Kerkgenootschap, Portugees-Israëlietisch Kerkgenootschap, Verbond van Liberaal-Religieuze Joden in Nederland, Stichting Schadeloosstelling Joodse Oorlogsslachtoffers in Nederland).
De Jokos-archieven berusten bij het Gemeentearchief Amsterdam en zijn eigendom van de Stichting Joods Maatschappelijk Werk. Voor inzage is toestemming van Joods Maatschappelijk Werk nodig. JMW geeft wegens privacyredenen alleen inzage aan de betrokkenen zelf of aan familieleden van het betreffende gezin. Indien u toestemming wordt verleend, zal JMW het JOKOS-dossier bij het Gemeente Archief Amsterdam opvragen. Met u wordt een afspraak gemaakt om het dossier in te zien. In principe gebeurt dit op één van de kantoren van JMW. Het dossier wordt u daar overhandigd door een maatschappelijk werker van JMW. Deze neemt het dossier ook weer in. Indien u dat prettig vindt kunt u het dossier ook samen met de maatschappelijk werker inzien.

joles ziekenhuis
Joods ziekenhuis in Haarlem. Het Joles ziekenhuis werd in 1930 geopend als joodse vleugel van het St. Elisabeth Gasthuis. Het werd gefinancierd uit een legaat van Mozes Joles, een lid van de joodse gemeente Haarlem. Gemiddeld werden er zo’n vijf joodse patiënten opgenomen. Tijdens de bezetting zijn de patiënten gedeporteerd en is de vleugel bij het algemene ziekenhuis getrokken.

jood
Volgens de joodse religieuze wet (Halacha) is iedereen met een joodse moeder joods en iedereen die met rabbinale toestemming tot het jodendom is overgegaan. De nationaal-socialisten definieerden het begrip jood niet op religieuze, maar op raciale gronden. Daarbij bepaalde het aantal joodse ouders en voorouders `hoe joods` iemand was. Zie ook Neurenberger rassenwetten.

`Voljoden` waren volgens deze definitie personen met vier of drie joodse grootouders en personen met twee joodse grootouders die bovendien hetzij met een joodse partner getrouwd waren, hetzij zelf lid waren van een joodse gemeente.
`Halfjoden` waren personen met twee joodse grootouders die bovendien geen lid waren van een joods kerkgenootschap en niet met een joodse partner getrouwd waren.
`Kwartjoden` waren joden met een joodse grootouder.
Door deze definitie te hanteren werden er mensen als `jood` bestempeld die in vooroorlogs Nederland zichzelf nooit zo hadden gezien of hadden willen zien. Vooral onder de laatste twee categorieën bevonden zich mensen die nooit met joodse religie of cultuur in aanraking waren geweest en zich daarom niet als jood beschouwden. Ook in de eerste categorie waren er mensen te vinden die zichzelf door hun geassimileerde levensstijl niet als jood zouden kenmerken.

joodse gemeente
De joodse gemeente is het geheel van het lokale joodse kerkgenootschap, de instellingen die daaraan verbonden zijn en hun leden. Het bestuur van de vooroorlogse joodse gemeentes beheerde de synagoge, de begraafplaats, zorgde voor het joods onderwijs, stelde rabbijen aan etc. Alle lokale joodse gemeenten maken deel uit van een overkoepelend orgaan, dat wil zeggen het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, het Verbond van Liberaal Religieuze Joden, of het Portugees-Israëlitisch Kerkgenootschap.

joodse coördinatie commissie
Overkoepelend orgaan van joodse organisaties, kort na de bezetting opgericht. De Joodse Coördinatie Commissie (JCC) werd opgericht als overkoepelend orgaan om, onder de moeilijke omstandigheden, leiding te geven aan de joodse gemeenschap. Voorzitter werd mr L.E. Visser. De commissie adviseerde op juridisch en fiscaal gebied, organiseerde culturele activiteiten en bood financiële hulp waar nodig.
De JCC weigerde direct contact met de Duitsers. Zij vonden dat contact plaats moest vinden via tussenkomst van de Nederlandse overheid. Na de oprichting van de Joodse Raad, die wel direct contact aanging, werd deze door de bezetter aangemerkt als de enige joodse vertegenwoordigende instantie. De JCC werd daarbij uitgesloten. In 1945 werd opnieuw een JCC opgericht, die echter niets van doen had met de eerste JCC. De later JCC hield zich bezig met de opvang van joden die terugkeerden uit de kampen. De activiteiten begonnen in de stad Eindhoven maar al snel werd het centrum naar Amsterdam verlegd.

joodse schouwburg
Hollandse Schouwburg.

joodse invalide
Een joods tehuis voor mindervaliden dat in 1911 in Amsterdam is opgericht. De Joodse Invalide voorzag in hulp aan een grote groep bejaarden, lichamelijk gehandicapten, blinden, doven en stommen, voor wie tot dan toe geen bijzondere opvang was geregeld. In 1937 werd aan het Weesperplein een zeer modern gebouw ingehuldigd. De Joodse Invalide kon meer dan 400 verpleegden huisvesten. Op 1 maart 1943 is de Joodse Invalide ontruimd. Alle verpleegden en het personeel zijn op transport gesteld.

joodse werkkampen
Werkkampen in Nederland waar werkloze joodse mannen tussen de 18 en 65 jaar te werk zijn gesteld, onder het mom van werkverruiming. Op 2 oktober 1942 werden de bewoners van alle werkkampen in één keer overgebracht naar Westerbork. De achtergebleven gezinsleden werden van huis gehaald en bij hun mannen en vaders gevoegd. De gezinshereniging was van korte duur. Enkele dagen na aankomst is vrijwel iedereen (ruim 12.000 personen) doorgestuurd naar de vernietigingskampen.

kaddiesj
Het kaddiesjgebed wordt bij meerdere gelegenheden uitgesproken, maar staat vooral bekend als ‘gebed voor een dode’. Het gebed voor een dode wordt in het Hebreeuws ‘kaddiesj-jatom (van de wees)’ genoemd. In de tekst bevindt zich geen directe verwijzing naar de dood, maar wordt Gods naam geheiligd. Er wordt gebeden om de vestiging van het koninkrijk Gods in de nabije toekomst. Het gebed wordt door een zoon of door een andere directe nabestaande gezegd ter afsluiting van de begrafenisplechtigheid en vervolgens gedurende het rouwjaar en op de jaartijddag.

kamp amersfoort
Gevangenkamp dat onder gezag van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des Sicherheitsdienstes (SD) stond. Kamp Amersfoort, aan de zuidgrens van de gelijknamige gemeente, werd in augustus 1941 geopend. Afgezien van een sluiting van enkele maanden in het voorjaar van 1943, bleef het kamp tot in april 1945 dienst doen. Meer dan 35.000 gevangenen werden er ingeschreven. Het verblijf in het kamp was voor de meesten van korte duur. Regelmatig vertrokken transporten naar werk- en concentratiekampen over de Nederlandse grens. Onder de gevangenen bevonden verzetslieden, criminelen, Jehovah’s getuigen, jongens die de gedwongen tewerkstelling in Duitsland hadden geprobeerd te ontlopen en joden. Ofschoon de bewakers van kamp Amersfoort in het algemeen zeer ruw optraden tegen de gevangenen, richtte hun agressie zich in het bijzonder tegen die laatste groep. In het kamp en omgeving hebben veel (schijn)processen plaatsgevonden. Veel doodvonnissen en represaille-executies zijn bij het kamp, bij Leusden en met name op de Leusderheide, uitgevoerd. Voor meer informatie over kamp Amersfoort zie:
http://www.kampamersfoort.nl

kasjroet
Systeem van voorschriften en wetten die bij het klaarmaken en eten van voedsel in acht moeten worden genomen.

kamp vught
Concentratiekamp in Vught bij s`Hertogenbosch. Kamp Vught werd in januari 1943 gebouwd. Politieke gevangenen, criminelen en joden werden hier tewerkgesteld en geïnterneerd, waarbij joden werden gescheiden van de overige kampbewoners.
Joodse arbeiders uit Amsterdam met een economische vrijstelling kwamen als eersten naar Vught. Later, toen Rauter alle overgebleven joden uit de provincies verbande, kwamen ook joden uit de provincie naar Vught. Er waren fabrieken op het terrein van Vught, onder andere van Philips, waar ook joodse arbeiders tewerk werden gesteld. Dit Philips kommando heeft een aantal joden het leven gered.
Vught was in feite een doorgangskamp waar werk werd verricht, in de loop van 1943 werd er ook buiten zware dwangarbeid verricht. Uiteindelijk zijn de joodse gevangenen uit Vught via Westerbork (sommigen rechtstreeks) naar het Oosten gedeporteerd.
Voor meer informatie over kamp Vught zie:
http://www.nmkampvught.nl

ketoeba
Joods huwelijkscontract.

kolonne henneicke
Groep Nederlandse premiejagers die ondergedoken joden en door joden bij anderen in bewaring gegeven goederen opspoorde. Van maart tot september 1943 functioneerde deze groep, die aangestuurd werd door de Hausraterfassungsstelle. De groep stond onder leiding van Wim (Willem) Henneicke, een voormalige automonteur. Voor iedere opgebrachte jood werd, ongeacht leeftijd, een premie van fl. 7,50 uitgekeerd. In iets meer dan 6 maanden tijd zijn 8.500 joodse onderduikers opgepakt en aan de Duitse autoriteiten uitgeleverd. De Kolonne maakte gebruik van tipgevers die een kleine vergoeding kregen.

koosjer
Ritueel goedgekeurd, volgens de joodse spijswetten bereid. De joodse wet kent veel voorschriften m.b.t. bereiden en eten van voedsel. Deze vinden hun oorsprong in de Tora. De bekendste voorschriften zijn het verbod op het eten van varkensvlees, paling en schelpdieren, en het verbod om melk- en vleesproducten gelijktijdig te nuttigen. In een kosjere keuken wordt rekening gehouden met al deze bepalingen.

kommando
Werkkamp waar dwangarbeid werd verricht door gevangenen, die daar voor langere tijd verbleven. Een Kommando verschilde van een Aussenkommando waarvan de gevangenen na het werk terugkeerden naar een nabij gelegen concentratiekamp.

kristallnacht
Geënsceneerde uitbarsting van jodenhaat die in Duitsland plaatsvond in de nacht van 9 op 10 november 1938. Enkele dagen daarvoor was in Parijs de Duitse diplomaat Ernst Rath door de zeventienjarige joodse Herschel Grynszpan geliquideerd. Dit was aanleiding voor propaganda-minister Goebbels om te spreken van een internationale joodse samenzwering tegen het Duitse Rijk. De aantijgingen resulteerden in een, zogenaamd, spontane volkswoede. In Duitsland, Oostenrijk en Sudetenland zijn in één nacht meer dan 7000 joodse winkels vernield (de nacht dankt zijn naam aan glasscherven van de vele gesneuvelde ruiten) en geplunderd, 1000 tot 2000 synagoges zijn verwoest, 96 joden zijn op straat vermoord en vele duizenden (naar schatting 30.000) zijn gedeporteerd naar concentratiekampen. Aansluitend op de Kristallnacht werden de anti-joodse maatregelen in Duitsland aangescherpt. Een groot aantal joden probeerde het land te verlaten.

landwacht
Gewapende organisatie, opgezet om de leden van de NSB te beschermen, door Rauter ook ingezet als hulppolitie.

lages
Willy P.M. Lages was Hoofd van de Sicherheitspolizei in Amsterdam en van Zentralstelle für jüdische Auswanderung. Als zodanig was hij betrokken bij de jodenvervolging in Nederland.

leusderheide
Plek waar veel gevangenen uit Kamp Amersfoort zijn gefusilleerd.

leusden
Plek waar veel gevangenen uit Kamp Amersfoort zijn gefusilleerd. Kamp Amersfoort was ten dele in de gemeente Leusden gevestigd.

liro
Lippmann-Rosenthal

liro-kaart
Kaarten waarop de voorwerpen werden geadministreerd die joden moesten inleveren bij de Lippmann-Rosenthal bank. De kaarten zijn na de oorlog gebruikt bij schadeclaims bij de Duitse regering. De dossiers die rondom deze claims zijn opgebouwd zijn vernietigd en daarmee ook de meeste Liro-kaarten. De ongeveer 3100 kaarten waarop geen claim kon worden gebaseerd zijn apart gehouden. Deze zijn in het gebouw van het Agentschap van het Ministerie van Financieën in de vergetelheid geraakt en daar in 1997 onbeheerd aangetroffen. De kaarten berusten nu bij het Nationaal Archief. De kaarten maken deel uit van het archief van de Raad voor het Rechtsherstel (toegang 2.09.48.01).
Voor inzage moet toestemming gevraagd worden bij het

Nationaal Archief
Afdeling Onderzoek
Postbus 90510
2509 LM Den Haag

Vermeld in uw aanvraag naam, geboortedatum en zo mogelijk adres. Beantwoording van de vragen duurt twee tot drie weken.

lippmann-rosenthal
Duitse bank, opgericht om joods bezit te registreren en te roven. De naam werd overgenomen van een voormalige joodse bank in Amsterdam. De nieuwe bank met deze naam, die gevestigd was in de Sarphatistraat, was opgezet om geld, waardepapieren en waardevolle bezittingen van joden systematisch te registreren en vervolgens te roven.

lo
Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers

loeach
Joodse almanak.

magied
Joodse leraar die een graad heeft behaald op de rabbijnenopleiding. Op een rabbijnenopleiding kunnen voor drie graden examens worden afgelegd. De eerste graad is darsjan, de tweede magied, de derde moree.

mauthausen
Strafkamp in Oostenrijk, genoemd naar de plaats waar het gevestigd was. Mauthausen lag bij een steengroeve waar gevangenen zware lichamelijke arbeid moesten verrichten. Het kamppersoneel was bijzonder wreed. De ontberingen eisten veelal binnen enkele dagen hun tol.


matse
Ongezuurd brood dat gegeten wordt tijdens Pesach. Dit ongegiste brood herinnert aan de uittocht uit Egypte toen joden halsoverkop moesten vertrekken en geen tijd hadden om het brood te laten rijzen.