kruipen werkw. Uitspraak: [ ˈkrœypə(n) ] Afbreekpatroon: krui·pen Vervoegingen: kroop (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft, is gekropen (volt.deelw.) 1) (van mensen) je op je handen en knieën voortbewegen Voorbeelden: 'in bed kruipen' , 'door een gat kruipen' 2) (van planten en dieren) over de grond lopen of gro... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kruipen
je als mens op handen en voeten verplaatsen vb: het kind kruipt naar de bank bij elkaar kruipen [gezellig bij elkaar gaan zitten] ze kruipt voor hem [ze doet precies wat hij wil] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=kruipen
• [erga] zich laag bij de grond, meest op handen en knieën gericht voortbewegen. • [inerg] zich laag bij de grond, meest op handen en knieën ongericht voortbewegen. (+audio) Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/kruipen
De neiging van pagina`s in het midden van een katern om naar buiten te kruipen (trapsgewijs naar buiten te steken). Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10440