Kout definities

Zoek op

kout

kout logo #1000de kout zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kouten (meerv.) Verbuigingen: koutje (verkleinwoord) een gezellig babbeltje . Synoniemen: babbeltje gekeuvel praatje 2 definities...
Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kout

Kout

Kout logo #10101) Babbeltje 2) Conversatie 3) Gebabbel 4) Gekeuvel 5) Geklets 6) Gekwebbel 7) Gepraat 8) Praatje
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kout/1

Kout

Kout logo #10101) Babbeltje 2) Gebabbel 3) Gekeuvel 4) Gepraat 5) Gesprek 6) Gesprekje 7) Gezellig gepraat 8) Gezellig praatje 9) Gezellige praat 10) Overleg 11) Praatje 12) Term bij kegelen 13) Term uit het kegelen
Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kout/1

Kout

Kout logo #11542[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), mes.
Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0015.php

kout

kout logo #10741(Bargoens, 1914) mes
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10741

Kout

Kout logo #11631[Bargoens, boeventaal] mes. (Zie Nijf, Galf, Nifterik).
Gevonden op https://www.gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.html

Wellicht gerelateerd aan `kout`

Kout na ŠumavěKoutalisaurusKoutammakoukoutenKouterKouterbergKoutermolenKouterwijkKoutialakoutjeKoutnahanautsirivierKoutojärviKoutorivierKoutouKoutoubia moskeeKoutoubia-moskeeKoutsKouttaKouttarivierKouty

Definities die `kout` bevatten:

    koutje = koutje zelfst.naamw. Afbreekpatroon: kout·je Verbuigingen: koutje (verkleinwoord) een verkoudheid Voorbeeld: `Hij had een koutje opgelopen.` . 1 definitie
    kout = de kout zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kouten (meerv.) Verbuigingen: koutje (verkleinwoord) een gezellig babbeltje . Synoniemen: babbeltje gekeuvel praatje 2 definities...
    Kouterstuk = zelfde betekenis als: kouter - Voorbeeld: ‘Hun kouterstuk is niet bedricht, hun koorn niet gezaaid
    Kouterweg = weg door de kouters (zie ald.), landweg - Voorbeeld: ‘Op iedere akker trekt het peerd de ploeg, over elke kouterweg rolt de wagen
    Kouter = gesprek uitdr.: Voorbeeld: ‘een koutertje slaan’: kouten, spreken, praten - Voorbeeld: ‘Het hoorde vroeger als een karaktertrek van het landschap, waar twee voetgangers elkander betegenden, aan `t h...
    Koutta = koutta is een 621 meter hoge berg binnen de Zweedse gemeente Kiruna. De berg maakt deel uit van het gebergte waar ook de Gállgielas en Jeytis toe behoren, ook hier dus ultramafisch cumulaatgesteente. De koutta wordt omr...
    Ploeghout = 1) kouterhoofd
    Kouterland = zelfde betekenis als: kouter - Voorbeeld: ‘`t Geen er van bos nog bestaat zijn wat troppels en strepen beuken, eiken met hakhout, sparren en berken, waar de roden altijd breder uitwijden en in kouterland omgewerkt wo...
    kouten = kouten werkw. Afbreekpatroon: `kou - ten Vervoegingen: koutte (verl.tijd ) Vervoegingen: gekout (volt.deelw.) 1) praten; spreken (Vlaams) 2) informeel kletsen; gezellig praten Synoniemen: b...
    Kouty = [okres Havlíčkův Brod] - kouty is een Tsjechische gemeente in de regio Vysočina, en maakt deel uit van het district Havlíčkův Brod. kouty telt 188 inwoners (2006). ....
    Gesprekje = 1) kout 2) Praatje
    Marbel = knikker - Voorbeeld: ‘Zij koutten doodbedaard van de prijs der marbels
    Ploegschaar = 1) kouter 2) Scharre
    Klessebessen = 1) Babbelen 2) Keuvelen 3) kouten
    Ploegmes = 1) kouter 2) Ploegijzer 3) Schaar
    Babbeltje = 1) Causerie 2) Gebabbel 3) Gekeuvel 4) kout 5) Praatje
    Ploegijzer = 1) kouter 2) Ploegschaar 3) Riester 4) Rister
    Koutou = De koutou, ook wel kowtow, was een onderwerpingsgroet aan bijvoorbeeld de keizer in het Chinees Keizerrijk. Bij de groet werpt de groetende zich op passende afstand op de grond neer en raakt meermaals met het voorhoofd de gr...
    Koutenancie = gemeenzaam en gezellig gesprek - Voorbeeld: ‘Zij sprak geen woord, en ik al evenmin veel van zegs, en alzo gerochten wij in koutenancie
    Buikbodemig = boogvormig, met een ronding, bolvormig - Voorbeeld: ‘Ginder ver, midden de buikbodemige akker, staat het kouterhuis, armoedige kavete, eenzaam
    Kouten = praten, spreken, gemeenzaam en gezellig met elkaar praten (VD) - Voorbeeld: ‘We koutten wat ondereen, en ik zag al gauw welke veugel we hier aan de hand hadden’ - Voorbeeld: ‘Zij koutten doodbedaard...
    Bollebeuk = beuk waarvan de kruin is afgeknot. - Voorbeeld: ‘Hij koutte luidop tegen de zware eiken en bollebeuken langs de weg
    Hofgers = beemdgras (Poa annua) - Voorbeeld: ‘De kouters gelijken weiden, vol hofgers en kantjoen
    Noenstilte = stilte, rust `s middags - Voorbeeld: ‘Ze koutten zonder malkaar te zien, zodat hunne stem luide galmde door de noenstilte
    Werkdaad = werk, prestatie - Voorbeeld: ‘Zij koutte leutig met de gasten die om het meest hun werkdaden vertelden van `t verre land
    Theetante = 1) Babbelaar 2) Keuvelaar 3) Klapekster 4) Kletskous 5) kouter 6) Prater
    squadron = het squadron zelfst.naamw. Afbreekpatroon: squa·dron bij de luchtmacht de aanduiding voor een operationele eenheid met vliegtuigen en al het hierbij behorend personeel onder één commandant Voorbeeld: `...
    Felgroen = hevig, sterk groen - Voorbeeld: ‘De uitgestrekte, vlakke kouters vol zware vruchten in felgroene kleur
    Veld = Zuid-Nederlandse term voor es, bijeenliggende akkers, ook wel akker en soms kouter genoemd
    Conversatie = con·ver·sa·tie de; v -s (gezellig, onderhoudend) gesprek , -samenspraak -onderhoud -maatschappelijke omgang -kout -gezellig gesprek -gezellig praatje -gesprek -bespreking
    Gekeuvel = 1) Babbeltje 2) Gebabbel 3) Geklets 4) Gekout 5) Gekwebbel 6) Gesprek 7) Kletspraat 8) kout 9) Praatje
    Topman = hoofdman, kapitein - Voorbeeld: ‘Op de “Z.B. 4.” was de meester met de topman lustig aan de kout
    Schotelgerief = vaat - Voorbeeld: ‘Achter de openstaande huisdeur in `t donker, wrocht Lida met moeder aan de afwas van schotelgerief en ze koutten stil onder elkaar
    Schoonkuisen = schoonmaken - Voorbeeld: ‘Achter de openstaande huisdeur in `t donker wrocht Lida met moeder aan `t schoonkuisen van schotelgerief en ze koutten stil onder elkaar
    Akkerschelle = omgeploegde laag aarde - Voorbeeld: ‘Heel de winter had de kouter open gelegen in de akkerschelle
    Verblijd = aangeschoten - Voorbeeld: ‘Achterna werden de boeren om `t even verblijd, koutten er op los, erger als een Zondagavond wanneer `t tijd wordt naar huis te gaan
    Kuieren = 1) Drentelen 2) Kachelen 3) Keuvelen 4) kouten 5) Lopen 6) Rondslenteren 7) Slenteren 8) Stappen 9) Wandelen
    Kwakkelbakte = ...et bebouwen - Voorbeeld: ‘Laat de wind er nog maar wat jacht in zetten dat het kwakkelbakte kouterland opdroogt en de peerdenstap kan dragen’...
    Keuvelaar = 1) Babbelaar 2) Babbelkous 3) Bomer 4) Klapekster 5) Klessebes 6) Kletser 7) kouter 8) Prater 9) Theetante
    Klapekster = 1) Babbelaar 2) Babbelkous 3) Keuvelaar 4) Klauwier 5) kouter 6) Prater 7) Steenekster 8) Theetante 9) Tuinvalk
    kurtji-bashi = hoofd van de grenstroepen of kurtji`s, een bevoorrechte militaire kaste. Perzisch. Zie Hotz, blz. 69 noot 1. De Versameling der woorden geeft: `koutsie-bassi is generaal van de ruyterij` [ook: corgi-bashi; zie ook: kizil bash...
    Stapans = grote stappen nemend, stapvoets, stappend - Voorbeeld: ‘Eens met de smid afgesproken gaat de mulder stapans op `t kouterhuis toe en hij monkelt zijn verwachting: of zijn plan gelukken zal?’...
    Woon = woning - Voorbeeld: ‘Zo gauw hij me herkend had, wuifde hij met de wijde armen een welkom tegen... en we wandelden koutend en blij nevenseen naar zijne woon
    Kouterhuis = (eenzaam) huis in het open veld - Voorbeeld: ‘In `t kouterhuis zat Sneijer op zijn getouwe en hij deed er de lade klakken zonder ophouden van de morgen tot de avond
    ploegboom = horizontale balk of stang die de staart verbindt aan het voorslag van de ploeg en waaraan kouter en ploegschaar zitten
    Legerveld = legerkamp - Voorbeeld: ‘De kouters (...) zijn nu kaal geschoren en uit de verte gelijken het zoveel legervelden die vol met tenten zijn opgesteld
    Uitkouten = uitspreken, zeggen - Voorbeeld: ‘Als ze los naar huis keerden, legde hij de lange arm over deezel zijn rug, ze leunden tegeneen en Jan koutte halfluide zijn gedachten uit’ (Langs Wegen 197)...
    Tooveraars = ...> spotnaam voor de inwoners van Iddergem, bij Denderleeuw (Oost-Vlaanderen) omdat het op den groten kouter, die beide gemeenten scheidt, niet zelden spookt, gelijk beweerd wordt. Die kouter is naar het volksgeloof een soort v...
    Suikerijwortel = cichoreiwortel - Voorbeeld: ‘Ze riep wat al te luide goendag naar boer Clement die op de kouter zijn suikerijwortelen uitreed
    Aflijning = het aflijnen, duidelijke afbakening - Voorbeeld: ‘Over heel de streek liggen alle verkeerswegen te raden, uitgewist, verdoofd, evenals de aflijning van akkers en kouters

Er zijn geen definities gevonden die `kout` bevatten.