
de kout zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kouten (meerv.) Verbuigingen: koutje (verkleinwoord)
een gezellig babbeltje . Synoniemen: babbeltje gekeuvel praatje 2 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/kout

1) Babbeltje 2) Conversatie 3) Gebabbel 4) Gekeuvel 5) Geklets 6) Gekwebbel 7) Gepraat 8) Praatje
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kout/1

1) Babbeltje 2) Gebabbel 3) Gekeuvel 4) Gepraat 5) Gesprek 6) Gesprekje 7) Gezellig gepraat 8) Gezellig praatje 9) Gezellige praat 10) Overleg 11) Praatje 12) Term bij kegelen 13) Term uit het kegelen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kout/1
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens),
mes.
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0015.php

(
Bargoens, 1914) mes
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10741
[Bargoens, boeventaal] mes. (Zie Nijf, Galf, Nifterik).
Gevonden op
https://www.gutenberg.org/cache/epub/28715/pg28715-images.html
Wellicht gerelateerd aan `kout`
•
Kout na Šumavě •
Koutalisaurus •
Koutammakou •
kouten •
Kouter •
Kouterberg •
Koutermolen •
Kouterwijk •
Koutiala •
koutje •
Koutnahanautsirivier •
Koutojärvi •
Koutorivier •
Koutou •
Koutoubia moskee •
Koutoubia-moskee •
Kouts •
Koutta •
Kouttarivier •
Kouty
Definities die `kout` bevatten:
koutje = koutje zelfst.naamw. Afbreekpatroon: kout·je Verbuigingen: koutje (verkleinwoord) een verkoudheid Voorbeeld: `Hij had een koutje opgelopen.` . 1 definitie
kout = de kout zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kouten (meerv.) Verbuigingen: koutje (verkleinwoord) een gezellig babbeltje . Synoniemen: babbeltje gekeuvel praatje 2 definities...
Kouterstuk = zelfde betekenis als: kouter - Voorbeeld: ‘Hun kouterstuk is niet bedricht, hun koorn niet gezaaid’
Kouterweg = weg door de kouters (zie ald.), landweg - Voorbeeld: ‘Op iedere akker trekt het peerd de ploeg, over elke kouterweg rolt de wagen’
Kouter = gesprek uitdr.: Voorbeeld: ‘een koutertje slaan’: kouten, spreken, praten - Voorbeeld: ‘Het hoorde vroeger als een karaktertrek van het landschap, waar twee voetgangers elkander betegenden, aan `t h...
Koutta = koutta is een 621 meter hoge berg binnen de Zweedse gemeente Kiruna. De berg maakt deel uit van het gebergte waar ook de Gállgielas en Jeytis toe behoren, ook hier dus ultramafisch cumulaatgesteente. De koutta wordt omr...
Ploeghout = 1) kouterhoofd
Kouterland = zelfde betekenis als: kouter - Voorbeeld: ‘`t Geen er van bos nog bestaat zijn wat troppels en strepen beuken, eiken met hakhout, sparren en berken, waar de roden altijd breder uitwijden en in kouterland omgewerkt wo...
kouten = kouten werkw. Afbreekpatroon: `kou - ten Vervoegingen: koutte (verl.tijd ) Vervoegingen: gekout (volt.deelw.) 1) praten; spreken (Vlaams) 2) informeel kletsen; gezellig praten Synoniemen: b...
Kouty = [okres Havlíčkův Brod] - kouty is een Tsjechische gemeente in de regio Vysočina, en maakt deel uit van het district Havlíčkův Brod. kouty telt 188 inwoners (2006). ....
Gesprekje = 1) kout 2) Praatje
Marbel = knikker - Voorbeeld: ‘Zij koutten doodbedaard van de prijs der marbels’
Ploegschaar = 1) kouter 2) Scharre
Klessebessen = 1) Babbelen 2) Keuvelen 3) kouten
Ploegmes = 1) kouter 2) Ploegijzer 3) Schaar
Babbeltje = 1) Causerie 2) Gebabbel 3) Gekeuvel 4) kout 5) Praatje
Ploegijzer = 1) kouter 2) Ploegschaar 3) Riester 4) Rister
Koutou = De koutou, ook wel kowtow, was een onderwerpingsgroet aan bijvoorbeeld de keizer in het Chinees Keizerrijk. Bij de groet werpt de groetende zich op passende afstand op de grond neer en raakt meermaals met het voorhoofd de gr...
Koutenancie = gemeenzaam en gezellig gesprek - Voorbeeld: ‘Zij sprak geen woord, en ik al evenmin veel van zegs, en alzo gerochten wij in koutenancie’
Buikbodemig = boogvormig, met een ronding, bolvormig - Voorbeeld: ‘Ginder ver, midden de buikbodemige akker, staat het kouterhuis, armoedige kavete, eenzaam’
Kouten = praten, spreken, gemeenzaam en gezellig met elkaar praten (VD) - Voorbeeld: ‘We koutten wat ondereen, en ik zag al gauw welke veugel we hier aan de hand hadden’ - Voorbeeld: ‘Zij koutten doodbedaard...
Bollebeuk = beuk waarvan de kruin is afgeknot. - Voorbeeld: ‘Hij koutte luidop tegen de zware eiken en bollebeuken langs de weg’
Hofgers = beemdgras (Poa annua) - Voorbeeld: ‘De kouters gelijken weiden, vol hofgers en kantjoen’
Noenstilte = stilte, rust `s middags - Voorbeeld: ‘Ze koutten zonder malkaar te zien, zodat hunne stem luide galmde door de noenstilte’
Werkdaad = werk, prestatie - Voorbeeld: ‘Zij koutte leutig met de gasten die om het meest hun werkdaden vertelden van `t verre land’
Theetante = 1) Babbelaar 2) Keuvelaar 3) Klapekster 4) Kletskous 5) kouter 6) Prater
squadron = het squadron zelfst.naamw. Afbreekpatroon: squa·dron bij de luchtmacht de aanduiding voor een operationele eenheid met vliegtuigen en al het hierbij behorend personeel onder één commandant Voorbeeld: `...
Felgroen = hevig, sterk groen - Voorbeeld: ‘De uitgestrekte, vlakke kouters vol zware vruchten in felgroene kleur’
Veld = Zuid-Nederlandse term voor es, bijeenliggende akkers, ook wel akker en soms kouter genoemd
Conversatie = con·ver·sa·tie de; v -s (gezellig, onderhoudend) gesprek , -samenspraak -onderhoud -maatschappelijke omgang -kout -gezellig gesprek -gezellig praatje -gesprek -bespreking
Gekeuvel = 1) Babbeltje 2) Gebabbel 3) Geklets 4) Gekout 5) Gekwebbel 6) Gesprek 7) Kletspraat 8) kout 9) Praatje
Topman = hoofdman, kapitein - Voorbeeld: ‘Op de “Z.B. 4.” was de meester met de topman lustig aan de kout’
Schotelgerief = vaat - Voorbeeld: ‘Achter de openstaande huisdeur in `t donker, wrocht Lida met moeder aan de afwas van schotelgerief en ze koutten stil onder elkaar’
Schoonkuisen = schoonmaken - Voorbeeld: ‘Achter de openstaande huisdeur in `t donker wrocht Lida met moeder aan `t schoonkuisen van schotelgerief en ze koutten stil onder elkaar’
Akkerschelle = omgeploegde laag aarde - Voorbeeld: ‘Heel de winter had de kouter open gelegen in de akkerschelle’
Verblijd = aangeschoten - Voorbeeld: ‘Achterna werden de boeren om `t even verblijd, koutten er op los, erger als een Zondagavond wanneer `t tijd wordt naar huis te gaan’
Kuieren = 1) Drentelen 2) Kachelen 3) Keuvelen 4) kouten 5) Lopen 6) Rondslenteren 7) Slenteren 8) Stappen 9) Wandelen
Kwakkelbakte = ...et bebouwen - Voorbeeld: ‘Laat de wind er nog maar wat jacht in zetten dat het kwakkelbakte kouterland opdroogt en de peerdenstap kan dragen’...
Keuvelaar = 1) Babbelaar 2) Babbelkous 3) Bomer 4) Klapekster 5) Klessebes 6) Kletser 7) kouter 8) Prater 9) Theetante
Klapekster = 1) Babbelaar 2) Babbelkous 3) Keuvelaar 4) Klauwier 5) kouter 6) Prater 7) Steenekster 8) Theetante 9) Tuinvalk
kurtji-bashi = hoofd van de grenstroepen of kurtji`s, een bevoorrechte militaire kaste. Perzisch. Zie Hotz, blz. 69 noot 1. De Versameling der woorden geeft: `koutsie-bassi is generaal van de ruyterij` [ook: corgi-bashi; zie ook: kizil bash...
Stapans = grote stappen nemend, stapvoets, stappend - Voorbeeld: ‘Eens met de smid afgesproken gaat de mulder stapans op `t kouterhuis toe en hij monkelt zijn verwachting: of zijn plan gelukken zal?’...
Woon = woning - Voorbeeld: ‘Zo gauw hij me herkend had, wuifde hij met de wijde armen een welkom tegen... en we wandelden koutend en blij nevenseen naar zijne woon’
Kouterhuis = (eenzaam) huis in het open veld - Voorbeeld: ‘In `t kouterhuis zat Sneijer op zijn getouwe en hij deed er de lade klakken zonder ophouden van de morgen tot de avond’
ploegboom = horizontale balk of stang die de staart verbindt aan het voorslag van de ploeg en waaraan kouter en ploegschaar zitten
Legerveld = legerkamp - Voorbeeld: ‘De kouters (...) zijn nu kaal geschoren en uit de verte gelijken het zoveel legervelden die vol met tenten zijn opgesteld’
Uitkouten = uitspreken, zeggen - Voorbeeld: ‘Als ze los naar huis keerden, legde hij de lange arm over deezel zijn rug, ze leunden tegeneen en Jan koutte halfluide zijn gedachten uit’ (Langs Wegen 197)...
Tooveraars = ...> spotnaam voor de inwoners van Iddergem, bij Denderleeuw (Oost-Vlaanderen) omdat het op den groten kouter, die beide gemeenten scheidt, niet zelden spookt, gelijk beweerd wordt. Die kouter is naar het volksgeloof een soort v...
Suikerijwortel = cichoreiwortel - Voorbeeld: ‘Ze riep wat al te luide goendag naar boer Clement die op de kouter zijn suikerijwortelen uitreed’
Aflijning = het aflijnen, duidelijke afbakening - Voorbeeld: ‘Over heel de streek liggen alle verkeerswegen te raden, uitgewist, verdoofd, evenals de aflijning van akkers en kouters’
Er zijn geen definities gevonden die `kout` bevatten.